Sinds 1960 is het aantal boerenlandvogels met 60 tot 70 procent teruggelopen. Dat komt neer op de verdwijning van meer dan tweeënhalf miljoen broedvogels in ruim vijftig jaar. Dit blijkt uit de broedvogelindicator van het CBS. Enkele soorten zijn in grote delen van ons land bijna niet meer te vinden. Sinds 1960 zijn naar schatting 750 duizend tot 1,1 miljoen broedparen van de veldleeuwerik verdwenen. Ook de patrijs (afname 93 procent), de zomertortel (afname 92 procent), de ringmus (afname 93 procent) en de grutto (afname 68 procent) zijn tegenwoordig schaarse verschijningen.
