…moet geschaatst worden. Ook in Lentevreugd. Op de eerste dag van maart gingen schaatsliefhebbers het ijs op.
Reeën in de winter
Wandel je ’s morgens vroeg of in de namiddag in Lentevreugd, dan heb je kans een groepje reeën te zien. Ze komen uit de duinrand. Reeën vormen in de winter groepjes van twee tot vier dieren, die sprongen worden genoemd. Ze grazen niet zoals de Schotse Hooglanders en Konikpaarden, maar eten jong blad van allerlei struiken, verse kruiden en grasjes. Om de winter door te komen eten ze ook de bast van bomen en struiken.
Reeën kunnen goed horen, zien en ruiken. Als je een ree tegenkomt en je hebt de wind mee (van de ree af) en je beweegt niet, dan kan het zijn dat de ree niet wegvlucht. Heeft hij je geroken of zien bewegen, dan zoekt hij dekking in het struweel.
Het gewei van een reebok, dat minder imposant is dan dat van een mannelijk edelhert, groeit tijdens de winter. De basthuid wordt, nadat het gewei volgroeid is, in de lente afgeschuurd.
Koetjes en kalfjes
Wie nu in Lentevreugd wandelt kan tussen de Konikpaarden en Schotse Hooglanders veulentjes en kalfjes zien lopen. Kalveren worden het hele jaar door geboren. Dat er in januari een veulen is geboren, dat is nieuw voor Lentevreugd.

Zij komen normaal gesproken in de lente ter wereld. Late geboortes tot in augustus schijnen elders ook voor te komen. Geen dierenarts komt er aan te pas als de kalfjes en veulens ter wereld komen. Het gaat bijna altijd goed. Het veulen dat in januari ter wereld kwam maakt het goed. Dat is niet altijd zo. Zo heeft het kalf dat voor de Kerst werd geboren het helaas niet gered.

In januari liep er weer een kalfje rond waarbij niet direct duidelijk was bij welke moeder het hoorde. In de kudde lopen zowel zwarte als bruine koeien rond. Bij bruine koeien horen bruine kalfjes, bij zwarte zwarte. En nu kreeg een blonde moederkoe een kalf met een bruine vacht! Dat zal wel iets met vaderstier te maken hebben. Mocht het deze winter nog flink koud worden dan is dat geen probleem, de jongen kunnen er tegen.
In deze tijd van het jaar…
…kun je in Lentevreugd zo maar begroet worden door een ijsvogel.
Als het vriest zie je hem vaak aan de slootkant bij de ingang aan de Katwijkseweg. Hier stroomt het water en vriest het op sommige plekken minder snel dicht. Anders dan zijn naam doet vermoeden heeft de ijsvogel het niet zo op ijs, want hij kan dan niet bij zijn eten: visjes.
Even verderop staan Konikpaarden zich op te warmen na een koude nacht. Zij tonen geen interesse in de blauwe reiger die een zilverreiger wegjaagt. Aan de andere kant van Lentevreugd een vredelievender tafereel. Op het ijs bij een wak zit een zilverreiger in gezelschap van knobbelzwaan, grauwe gans, wilde eend, meerkoet en smient. De meerkoeten die aan de kant in het gras zaten kwamen ineens naar het water gerend. Er was een buizerd neergestreken, vandaar…
Winter wonderland
Op 10 en 11 december viel er een dik pak sneeuw. Het zorgde in Lentevreugd voor een sprookjesachtige sfeer.
foto’s van Hugo Woudenberg
Bont en zwart
Veldleeuwerik op nieuwe Rode Lijst
Eind november is de nieuwe Rode Lijst van broedvogels vastgesteld. Deze lijst geeft de gezondheidstoestand van de Nederlandse vogels weer. Sovon Vogelonderzoek Nederland beoordeelde in opdracht van het ministerie van LNV welke vogelsoorten er in de gevarenzone zitten of met uitsterven bedreigd worden. Dat gebeurde voor het laatst in 2004.
Zo’n 44% van de broedvogels staat op de lijst. De vogels zijn ingedeeld in verschillende categorieën naar mate van ernst: verdwenen, ernstig bedreigd, bedreigd, kwetsbaar of gevoelig. Helaas staat de veldleeuwerik ook op de Rode lijst, als gevoelige soort.

“Een Rode Lijst is hét uitgangspunt voor beschermingsmaatregelen: hij laat zien waar we actie moeten ondernemen om te voorkomen dat de bouwstenen van het leven uitsterven”, zegt Coenraad Krijger, directeur IUCN Nederland.
Des te belangrijker is het werk van de vrijwilligers die door specifieke beheermaatregelen Lentevreugd geschikt maken als broedplaats voor de veldleeuwerik.
Kleine zwaan doet Lentevreugd aan
Nu de winter in aantocht is, komen er steeds meer vogels uit het Noorden naar Nederland. Sommigen zijn op doortrek naar Zuid-Europa en Afrika, anderen overwinteren hier. Zoals de kleine zwaan. Het is een echte wintergast. Op grote open wateren, riviermondingen en akkers zoeken ze naar voedsel. Bij de centrale plas in Lentevreugd is de laatste week is een gezin kleine zwanen gezien. Paartjes kleine zwanen blijven hun leven lang bij elkaar. Tijdens de eerste winter blijven ook de jongen bij ze. De jongen zijn te herkennen aan het grijze verenkleed. Hun ouders zijn wit en hebben een geel-zwarte snavel.
De kleine zwaan is schuwer dan de knobbelzwaan. Knobbelzwanen kun je op een paar meter afstand ongestoord passeren, maar kleine zwanen niet. Die vliegen dan op. Tot in april zijn ze in ons land, daarna vliegen ze terug naar hun broedgebieden in het Noordwest Rusland.
Nu is het wachten op een andere vaste wintergast: de bonte kraai.
De helden van de velden
Op 21 oktober 2017 organiseerden Natuurpunt, Vogelbescherming Nederland en Werkgroep Grauwe Kiekendief in Leuven het akkervogelsymposium ‘Van de stakkers van de akkers naar de helden van de velden’. Experts blikten terug op het akkervogelbeleid. De afgelopen tien jaar is veel bruikbare kennis vergaard. Alleen heeft dat niet altijd geleid tot instrumenten om akkervogels te beschermen. Volgens hoogleraar David Kleijn zijn gebieden met akkervogelbeheer vaak te klein om voldoende maatregelen te kunnen treffen.

Werkgroep Grauwe Kiekendief onderzocht hoe het de veldleeuwerik in Groningen vergaat. Het bleek dat de helft van de akkerranden op ongunstige plekken ligt. Op gunstig gelegen plekken komen veldleeuweriken wel foerageren, maar ze broeden er niet. Dat komt omdat de plekken onveilig zijn. De werkgroep pleit voor nieuwe beheersvormen met broedgeschikte gewasteelten als zomergranen, luzerne en extensiever grasland.
Smullen van de duindoornbessen
Aan het einde van de zomer produceren de duindoornstruiken in Lentevreugd grote hoeveelheden bessen. Ze zijn een belangrijke voedselbron voor veel duinvogels. In deze tijd van het jaar komen er groepjes spreeuwen uit het Noorden naar Lentevreugd. Zij storten zich hongerig op de oranje duindoornbessen.

Ook zoeken ze voedsel op de grond, waarbij er een soort haantje-de-voorste wordt opgevoerd. Waar soortgenoten al hebben gezocht naar voedsel, valt niets meer te halen, dus vlieg je een stukje verder. Het is wel zaak om bij elkaar te blijven voor het geval er een sperwer opduikt. Duikt er een op, dan krijg je een sterk staaltje synchroon vliegen te zien. Vaak is er sprake van loos alarm of wordt er geoefend; dan landen ze snel weer en gaan verder met foerageren.
Deze week voegden zich kramsvogels bij de spreeuwen. De kramsvogel is een forse lijster met grijze kop en roodbruine mantel, en te herkennen aan de tsjakkende roep. Ook zij komen uit het Noorden en doen zich te goed aan de duindoonbessen. Bij gevaar vliegen ze naar de bomen in de duinrand. Spreeuwen en kramsvogels zitten elkaar blijkbaar niet in de weg. Als er op een plek iets te halen valt, kun je ze samen zien foerageren. Zoals op de foto te zien is.