Beheerwerkzaamheden

In Nederland is het aantal veldleeuweriken de laatste decennia dramatisch afgenomen, ook in Lentevreugd. Tot broeden komen ze helaas niet meer. Voor een deel komt dat omdat op de plek waar ze voorheen broedden, in tien jaar tijd een dikke vilt laag van overjarig duinriet is ontstaan. Leeuweriken hebben een lage schrale kruidenrijke vegetatie nodig, want daarin zitten insecten waarmee een paartje hun jongen voert.

Maaien en hooien
Om de omstandigheden voor veldleeuweriken in Lentevreugd te verbeteren is er sinds 2011 een groep van ongeveer zes vrijwilligers actief. Zij maaien het duinriet in een bepaald gedeelte (Leeuwerikveld) van Lentevreugd, harken het maaisel bij elkaar en brengen het naar een verzamelplek. Door het maaien en het afvoeren van het maaisel wordt de bodem verschraald, kan er weer licht op de bodem vallen en krijgen kruiden een kans om zich te ontwikkelen. In het begin werd het maaien en hooien uitbesteed aan een bedrijf, maar dit was voor het Leeuwerikfonds financieel niet meer op te brengen. Daarbij kwam dat de vilt laag (afgestorven, langzaam verterend, duinriet) na het maaien nog bijna helemaal in tact was. In overleg met Staatsbosbeheer – de beherende instantie – is toen besloten dat de vrijwilligers het Leeuwerikveld jaarlijks maaien en het maaisel handmatig bij elkaar harken zodanig dat de vilt laag, als het ware, wordt afgekrabd. De vrijwilligers maken gebruik van een ruwterreinmaaier die met geld van het toen nog onofficiĆ«le Leeuwerikfonds eind 2012 is aangeschaft. Met deze terreinmaaier nemen zij het Leeuwerikveld en een gedeelte van de Vlinderroute onder handen. In 2015 heeft vrijwilliger Mart van Dijk het maaiwerk voor zijn rekening genomen, met dank aan de Groene Motor voor het beschikbaar stellen van een eenassige motormaaier.

maaien in Lentevreugd
maaien in Lentevreugd

Het resultaat mag er zijn. Nu, na een paar jaar al, is de begroeiing van het Leeuwerikveld gevarieerder en is duinriet er minder dominant. Het vele werk van het afkrabben van de vilt laag behoort tot het verleden. Nu kan met rijven (grasharken) het gemaaide gras gemakkelijker op wiersen (regels) geharkt worden.

Vlinderroute
Naast het maaien van het overjarig duinriet en het afvoeren ervan, zijn de vrijwilligers in 2013 ook begonnen met het uittrekken van duindoorn aan de westkant van Lentevreugd. Doel is dat daar een gebied, als onderdeel van een vlinderroute, mede geschikt gemaakt wordt voor vlinders en andere insecten. Duindoorn is een echte woekeraar. Het beste is om opschot met wortel en al uit te graven. Deze aanpak werpt zijn vruchten af. Daar waar jaarlijks, stelselmatig het duinriet is gemaaid en duindoornopschot is weggehaald, werd recent de moeraswespenorchis en driedistel aangetroffen.

Driedistel
Driedistel

Planteninventarisatie
De maai- en harkwerkzaamheden vinden plaats buiten het broedseizoen (van 15 augustus tot 15 maart). Sinds 2015 is de vrijwilligersgroep ook in het broedseizoen actief; de groep brengt dan op een aantal plekken de vegetatie in kaart. De inventarisaties zijn bedoeld om veranderingen in de vegetatie te meten en om te kunnen vaststellen in hoeverre maaien en afvoeren van maaisel effectief is. Bij die inventarisatie is al heelblaadje en stijve ogentroost gevonden. Een mooi resultaat.

Planteninventarisatie
Planteninventarisatie

Natura 2000 en beheerplan SBB
Lentevreugd maakt onderdeel uit van het Natura 2000 gebied Meijendel Berkheide. Dat betekent dat het een waardevol natuurgebied is dat extra bescherming krijgt. De provincie Zuid-Holland heeft een ontwerpbeheerplan voor Meijendel Berkheide opgesteld dat zomer 2016 openstond voor inspraak. De Stichting Leeuwerikfonds heeft zienswijze ingediend. De provincie heeft het beheerplan in september 2017 vastgesteld. Daarna voert Staatsbosbeheer het beheerplan uit. In het thans nog geldende beheerplan staat aangegeven dat in Lentevreugd 30% kruidenrijk, droog duingrasland ontwikkeld moet worden. Het vrijwilligersproject probeert mede een bijdrage te leveren om die doelstelling te halen.